‘Een indrukwekkend, compromisloos staaltje schrijven dat de innerlijke werkelijkheid van het leven van een werkman een respect en aandacht geeft die het zelden krijgt,’ schreef de Sunday Times vorig jaar bij het verschijnen van James Clammers debuutroman Insignificance.
Andere besprekingen waren eveneens vol lof:
‘De intense, intieme vertelstem laat het boek met zijn omtrekkende bewegingen en riedels diep in het bewustzijn van de lezer verzinken.’ [the Critic]
‘Clammer schrijft met humor en zwoele lyriek. Dit slanke boek haalt diep adem.’ [the Spectator]
22 maart verschijnt mijn Nederlandse vertaling bij uitgeverij Querido. Toen ik daaraan begon, schreef ik al waarom ik het zo’n leuke opdracht vond en later nam ik de titel onder de loep. Nu is het tijd voor een voorproefje uit Van geen betekenis. Dit boek laat de lezer in het hoofd van een loodgieter belanden tijdens een klus op een dag die beiden zal heugen.
_______
Naar boven liep hij zonder de klok een blik te gunnen, de tijd deed nu niet meer zo vriendelijk aan. Een raam dichtbij had een stralend blok zonlicht toestemming verleend zich op de overloop van de trap te parkeren en toen hij erdoorheen was gelopen op weg naar de sombere badkamer stak de spijt hem, want zoals elke Engelsman had hij geleerd wroeging te krijgen als hij uit de zon ging. Het is gewoon misdadig om binnen te zitten op een dag als vandaag, profiteer er nu van, straks is het alweer winter, wat je allemaal als kind te horen krijgt. Zonder twijfel zijn we hier op deze eilanden allemaal heel delicate schepsels dat we zo benauwd raken als het om deze zaak gaat, terwijl andere, neem onze talrijke avonturen in het buitenland, in heel weinig onbehagen hebben geresulteerd. In de badkamer staarde Joseph naar al het gereedschap dat kriskras over de vloer lag, pakte toen de led-zaklantaarn en scheen ermee in het bovenste gat waar ooit de warmwatertoevoer had gezeten, de boiler was mooi aan het leeglopen, verbazingwekkend toch hoeveel water erin ging, hij kon het onder zijn hand voelen bewegen, een licht heen en weer schudden, dat gaf de burger moed. Maar andere mijlpalen dan het overhevelen lagen nog steeds in het verschiet, het aftappen van de verwarmingselementen wat langdurig gemorrel zou behelzen aan de radiator die het dichtst bij het zeeniveau hing, het loskoppelen van de toe‑ en afvoer van de koperen spiraal, het verwijderen van de ketel zelf, installatie van de nieuwe, het grootscheeps gevecht met de elektrische afsluiter, het grote hervullen, die moesten allemaal nog komen. Verder oponthoud kon zeker niet worden geduld. Al moest hij waarschijnlijk eerst even aan het opruimen slaan, het gereedschap lag overal, hij kon nergens een voet neerzetten, altijd al een slordige werker geweest. Joseph boog voorover, pakte dit stuk gereedschap op, pakte dat stuk op, archetypisch beeld van de kromgebogen werkman, hij legde de grote opsteekringsleutel apart die hij voor het direct volgende karweitje nodig had, het is nu onze droeve plicht de lezer in te lichten dat dit het moment was waarop de rampspoed definitief besloot toe te slaan. Met het bloed dat hem al een beetje naar het hoofd stroomde en de duizeligheid die daar nog rondhing schoof er nu aan één kant een zweem zijn gezichtsveld in, een wriemelende vlek vlammend zeewier, in de breedte van zijn blikveld was het zo groot als een munt van een pond maar het dijde uit, en om het af te maken begon het ook te bonzen in zijn oren. Wat een fijn moment hiervoor. Hij ging rechtovereind staan en wachtte even, wat ging die zweem doen, misschien kon hij door deze heen werken, nee, toen hij de opsteekringsleutel weer wilde oppakken, een groot geval evengoed, tastte zijn hand mis, ging er zo langs, hij moest de moeren van de toe‑ en afvoer van de spiraal losdraaien, nee, waar zat hij met zijn hoofd, daar stond nog water in, zwart cv-water zou eruit stromen, iets anders moest hij eerst doen, wat, weet het niet meer, terwijl hij rondkeek door de badkamer viel de vastheid van de muren weg, hij probeerde alle scherpomlijnde spullen met zijn blik vast te leggen, ging niet, ze bleven bewegen, de vlammende vlek pulseerde, rechts ervan kwamen zwarte golven van vervorming aanklotsen, middenin vormde zich nu haarscherp een bliksemschicht of elektrisch aandoende ontlading, op zijn zij gekanteld, zigzaggend, flitsend, die was er steeds of hij zijn ogen nu dichtdeed of openhield. Stuntelend kreeg hij de gereedschapskist dicht, klikte de sluiting vast, groot rood onhandig geval, hij ging erop zitten, goeie hoogte en stevig genoeg daarvoor, eng zo snel het was gekomen, sommige mensen noemden het een aura, net als het bloeden van zijn vingertoppen gebeurde dit vroeger nooit. Met de ellebogen op de knieën en het hoofd in zijn handen duwde hij de knokkels van zijn duimen in het bovenstuk van zijn oogholtes, op zijn linkerduim voelde hij de vettigheid van sijpelend bloed, het ging niet goed, het ging helemaal niet goed.
_______
uit: James Clammer Van geen betekenis
vertaling Hans Kloos
uitgeverij Querido
2022