Neem een steen

een enigszins ronde, ter grootte
van een kadetje –
niet de gladde, de gepolijste,
de door wind, water en weer geronde
die je mee naar huis neemt,
die David koesterde
en wierp.

Neem bijvoorbeeld kalksteen,
het verraderlijke marmer misschien
of zelfs zus graniet.
Het gewicht is afhankelijk
van de soort – meer misschien
van de hand.

Maar kijk voor je
je hand geeft – hij blijft –
en kijk als je hem
in je hand houdt
voor een laatste maal.

Eet hem op,
haastig, de schoenen aan de voeten.
Beklim een berg.

_______

_______
_______

uit de bundel Voor Mevr. en Mr. Naaktgeboren
1988
© Hans Kloos

Later ook opgenomen in de bundel de hand boven het hoofd en in de bloemlezing 25 jaar Nederlandstalige poëzie 1980 – 2005.