Ik kan je stem horen in het lege huis
jij kunt een schaap horen in de muur
in het cement in het stro
het is het geluid van het schaap niet van het huis
en het kopje met afwasmiddel
en het kopje met as
Jij geeft geluid aapt na en weegt meer dan een woord: kind
jouw naam leeft in die van ons In onze bek kun jij
wonen In en lang na ons
________
Wij bekommeren ons niet erg om de doden
zij bekommeren zich meer om ons
en hun zorg
is van hen
Het huis zegt niets daarom kunnen wij horen
Het is de eerste week i n h e t v a a l w i t t e
Week één Lege huizen
We laten lepels op de vloer vallen en laten ze spelen
Maak jij mij arm dan maak ik jou rijk
________
De dingen fonkelen bekrast wij
fonkelen zoals koffie en kristal
Het zijn de bladeren die rond mijn hoofd
vallen in de herfst
dezelfde bladeren op de grond in de lente
h e t z e l f d e h o o f d v o l l i t t e k e n s
maar het meisje in mijn hersens
is wezen zwerven
vannacht rende ze blootsvoets over het ijs
________
Je probeert met mij te praten
met iemand anders stem
Mijn zweet Mijn ogen
Onder dit bed
stroomt een rivier
donker en koel met ronde koude keien
wij zijn wakker in onze haat
en de haat kan op elk moment omslaan
het water buigt zich over zijn oppervlak
________
Het vuur in het kruid
het kruid in het boek het boek op de vloer last alle woningen dicht
straks zijn er geen woningen meer geen geloofwaardige verdiepingen
alleen maar witte gevlekte duiven hier buiten
Je woorden zijn een filter tussen de bes jouw bes jouw nagel
die je door liet groeien tot een afwijking
en het schaap dat over de zwevende modder mekkert
Jij bent op het dak er is geen dak jij roept dat
dat er geen dak is
________
Je spuugt het medicijn
tegen de binnenkant van het licht
verzet je je hakken
stoten in geel
ik help je weer in slaap te vallen schrijf dat op een vel papier
De bewegingen in mijn hersens
betekenen dat ik kan denken wensen dromen glimlachen
ik heb geloof ik geloof in jouw hakken
in het droge gele stof
________
De doden
zijn net rotzooi
in de lucht
of vies papier
de levenden
op de grond
zijn bang
voor alles wat vies is
alles wat vliegt
________
Ik adem de droge lucht van heel het huis in
a l s z a n d
één been voor het ander één gedachte tegelijk één radio en één maan
Het begint met een heup en de vloer is ijs een verlichte ijsvloer bij nacht
Heel de wereld tegelijk h e e l d e w e r e l d é é n r a d i o z e n d e r
h e e l d e n a c h t
en de nacht wordt ochtend:
Hoe ver ben ik gekomen heb ik mededogen getoond heb ik
een vinger uitgestoken
________
De wereldorde is gewelddadig geworden
Wij worden gedwongen vrijwillig te kijken
Hoe moet ik motiveren
wat ik doe misschien wil ik iets moois vernietigen
Ik ken angst Als een staldeur
De verf bobbelt op in de warmte en soms leunde ik
tegen die deur a l s e e n l u m m e l
De vierde week Week vier Alternatieven ontbreken luister
naar oma haar dagorde
________
Ik wil iets doen met een mandoline
ik wil iets belangrijks doen
Koppel mij aan je stoppenbox en boots een mandoline na
met de mandoline de snaren van de mandoline speel mijn vingers
stuk speel de snaren stuk
over het ruizen in het gras
voor de staldeur speel het samen speel het in
Ga zitten voel eerst honger dan verzadiging dat is alles er is
niets groters
________
Naakt op de weg een boog
op het asfalt
de rug en het pissen niets staat vast
Onze centen de pasjes het gewicht
van het woord de beelden van de hersenen
en Hedvigs taal ik zal veranderen zal mijzelf niet herkennen
in de glaswanden in de meren
Mijn hakken mijn schouderbladen tussen de gebouwen en auto’s
Wordt het woord wakker als onze lichamen worden verspreid
wordt het woord wakker als de dreiging niet is ingebeeld
uit Motorsågsminne (2009)
vertaling Hans Kloos