In mijn ondertiteljaren heb ik een flink deel van mijn inkomsten vergaard met criminaliteit. Maar dan zoals geportretteerd in een hele reeks Zweedse misdaadseries en -films. Dat begon al in de jaren negentig met de eerste verfilmingen van de inmiddels klassieke reeks van Sjöwall & Wahlöö en een van de laatste series die ik heb ondertiteld was de recente reeks over Martin Beck, gebaseerd op hetzelfde personage uit die boeken van het schrijversduo. Ik schat dat zo’n negen van de tien Zweedse thrillerfilms en -series gebaseerd zijn op een boek of een personage uit een boek. Ik heb verfilmingen vertaald van Henning Mankell, Jan Guillou, Camilla Läckberg, Arne Dahl, Åsa Larsson en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Maar nu heb ik voor House of Books voor het eerst een boek uit dat genre vertaald, De bergkoning, van de veel gelezen en geprezen Anders de la Motte. Hij schreef al allerlei succesvolle thrillers en is een nieuwe serie begonnen over ene Leonore Asker, die vrijwel iedereen Leo noemt. Ze is rechercheur bij de politie van Malmö en heeft een op zijn zachtst gezegd vrij merkwaardig verleden dat haar nog weleens parten speelt, maar ook vaak helpt bij haar werk, waarin ze juist weer wordt tegengewerkt door sommige collega’s. Meer zal ik niet verklappen. Op hebban.nl wordt het in een bespreking al ‘de thriller van het jaar’ genoemd.
De la Motte vertelt zijn verhaal vanuit de belangrijkste personages, per kort hoofdstuk wisselt het perspectief. Om een indruk te geven laat ik hieronder een hoofdstukje volgen.
Terug op haar kantoorkamer zit Asker zwijgend met gesloten ogen op haar stoel. Haalt langzaam adem, zodat de ergste woede tot bedaren komt. Volgens haar polshorloge duurt het vijf minuten en veertien seconden voor ze weer helder kan denken.
Dit is allemaal natuurlijk Hellmans werk.
Maar hij wordt niet zo betrouwbaar gevonden dat hij zich direct tot de hoofdcommissaris kan wenden om te vragen haar van de zaak te halen, zeker niet met hun geschiedenis. Dus moet er iemand anders aan de touwtjes hebben getrokken. Iemand met voldoende macht, contacten en gewicht. Een kruising tussen een Brits monarch en een mensenhaai.
Asker pakt haar telefoon. Haar moeder neemt op bij het tweede belsignaal.
‘Isabel Lissander.’
Ze noemt haar voor- en achternaam ondanks dat ze heeft gezien wie er belt. Haar stem is koel, zakelijk.
Asker besluit de beleefdheidsfrasen te skippen. ‘Jij hebt mij van de zaak Holst af laten halen.’
Een constatering, geen vraag.
Korte stilte.
‘Af laten halen? Voor zover ik het heb begrepen ben je bevorderd. Afdelingschef, dat is toch een treetje hoger?’
‘Lulkoek. Ik ben van het onderzoek afgehaald omdat ik stelling nam tegen Jonas Hellman. Wist je dat ik hem had aangegeven?’
Opnieuw stilte. Haar moeder heeft het pauzeren tot een kunst verheven. Elk onderbrekinkje fijngeslepen tot een vlijmscherp steekwapen.
‘Jawel, ik ben op de hoogte van jullie persoonlijke conflict,’ zegt ze overdreven traag.
‘Conflict. Hij heeft mij voortdurend lastiggevallen en geprobeerd te intimideren toen ik het uitmaakte met hem.’
Stilte weer. Asker probeert haar woede weg te slikken.
‘De versie die ik gepresenteerd heb gekregen is dat jullie een aantal jaar geleden een korte relatie hebben gehad, hoewel Jonas Hellman getrouwd was…’
Een vierde vlijmscherpe pauze die de zwakke plek in haar harnas vindt.
‘Hellman stelt dat toen hij vanwege een slecht geweten jullie affairetje beëindigde, jij een klacht tegen hem indiende bij personeelszaken,’ gaat haar moeder verder. ‘Ik heb kennisgenomen van dat onderzoek. Daaruit bleek dat Hellman zich weliswaar ongepast had gedragen, maar geen formele fouten had begaan. De paar getuigen die iets wilden verklaren, steunden eerder zijn versie dan die van jou. Hellman is desondanks direct overgeplaatst naar de NOA in Stockholm. Op eigen verzoek omdat hij zijn gezin weg bij jou wilde hebben.’
Askers hoofd ontploft bijna. Ze haalt heel diep adem, probeert zichzelf in toom te houden.
‘Zo ging het helemaal niet,’ zegt ze geforceerd beheerst. ‘Hellman viel me op het werk en thuis lastig en probeerde me te intimideren. Hij en zijn kliekje deden hun best om mij van de afdeling te treiteren.’
‘Des te beter dan dat jullie niet aan dezelfde zaak werken,’ onderbreekt haar moeder haar. ‘Niet in het minst voor die arme Smilla Holst. Het is ondanks alles haar welzijn dat voorop moet staan, toch? En Jonas Hellman is een hooggekwalificeerde en heel bekwame politieman.’
Een nieuwe pauze die haar direct op de strot raakt.
Asker wil protesteren dat er feitelijk twee mensen worden vermist. Dat Hellman zich al heeft vastgepind op een onbevestigde theorie en daarmee het leven van beide slachtoffers op het spel zet. Maar de woede verlamt haar tong.
‘Je hebt een nieuwe taak gekregen,’ vat haar moeder het afgemeten samen. ‘Als afdelingschef, ver weg van je zogenaamde kwelgeest. Ik snap eerlijk gezegd niet wat je te klagen hebt.’
‘Dus dit is niet jouw kleinzielige manier om mij te straffen?’ Asker zou die deur dicht moeten laten zitten, maar ze laat zich overhalen door de woede.
Isabels stem wordt ijskoud, wat aantoont dat ze het bij het rechte eind heeft. ‘Ik weet niet waar je het over hebt.’
‘Niet? Dus je vindt het prima dat ik én geen advocaat wil worden én niet bij jouw firma wil werken? Dat is dan voor het eerst.’
Haar beurt voor de aanvalspauze. Ze kan het niet helemaal zo goed als haar moeder, maar goed genoeg om bloed te laten vloeien.
‘Ik moet ons gesprek helaas nu beëindigen,’ zegt haar moeder kortaf. ‘Zorg goed voor jezelf, Leonore.’
Het is onduidelijk wie er het eerst ophangt.
Asker hoopte in stilte te kunnen wegsluipen, heeft op een moment gewacht dat de gang leeg was. Maar natuurlijk hebben ze voor haar op de loer gelegen. Zodra ze een voet buiten haar kantoor zet, stroomt de gang vol mensen, met Eskil en zijn hulptroepen voorop.
Hun meester is teruggekeerd uit zijn ballingschap en iedereen is in een opperbest humeur.
Ze leunen tegen muren en deurposten. Lachen en praten hardop met elkaar, doen alsof ze er niet is terwijl ze tegelijkertijd vol leedvermaak haar gang naar Canossa gadeslaan vanuit hun ooghoeken.
Asker zegt niets, houdt alleen haar hoofd rechtop en kijkt recht voor zich uit.
Blijft vervolgens staan met hun blikken brandend in haar rug terwijl de lift veel te lang op zich laat wachten.
‘Karma is a bitch,’ sist Eskil, vlak voor de liftdeuren weer achter haar dichtslaan.
Wie het boek bevalt, kan zich vast op meer verheugen, want ik ben inmiddels het vervolg aan het vertalen.